Van der Leck 1

 

Bart van der Leck, Compositie, 1918-1920.

 

Experiment 7: Bart van der leck

Een werk van Bart van der Leck. Zijn werk benadert de grens waarin de compositie een subtiel evenwicht vormen tussen rust en beweging, tussen homogeniteit en heterogeniteit en tussen geheel en deel.  Als je langer kijkt, merk je hoe subtiel doch sterk en onontkombaar de 2 kleine zwarte driehoeken het vlak richting geven.

Zie het werk nu eens een plattegrond van een ruimte ? De driehoeken en vierkanten zijn 3D objecten die fungeren als  een soort bewegingsbegeleider of -blokkade. De compositie levert een heterogeen landschap op van rustige en drukke gebieden. Dat staat natuurlijk mooi in een stromingsdiagram zoals in experiment 4.

 

De mieren zullen zich in deze experimentele omgeving vrijwel niets in de weg laten zitten. De schaal van de objecten en de onderlinge afstanden spelen hierin een belangrijke rol. Het wordt interessant als de mieren en de objecten een zekere fysieke relatie met elkaar hebben.

De schaalverhouding tussen object en mens is door (o.a.) Eisenman onderzocht en toegepast in het Holocaust monument in Berlijn. Nabijheid, hoogte, nauwte: dit roept bij de bezoekers diverse emoties op: i.e. psychologische sensaties – i.e. gedrag. Deze passende schaalverhouding van ruimte, gebruik en waarneming wordt ook wel Feste Lebensformen of form of life (Wittgenstein) genoemd.

De compositie van objecten en de waarneming daarvan krijgen een bijzondere werking als de onderlinge schaal verbonden is. Dit is een concept dat in de wetenschappelijke literatuur ‘affordances’ worden genoemd.

 

van der Leck – experiment 2:

Ik heb het werk verschaalt naar een ruimte van 20×20 meter.  Deze afmetingen zijn wat arbitrair maar ze liggen toch zeker binnen de grenzen van het voorstellingsvermogen.

 

 

Het zou fraai zijn als we bovenstaande ideeën kunnen testen: van compositie naar subtiele sturing naar affordances … naar neurologisch onderzoek en ruimtelijke gedragsonderzoek …

Het zou geweldig zijn als we het schilderij van Van der Leck ergens in een sporthal zouden kunnen opbouwen. Met geavanceerde apparatuur wordt nauwkeurig posities bepaalt. Dit vraagt om investeringen.

Een goedkopere variant is een computermodel. Mensengedrag simuleren is echter niet eenvoudig. We versimpelen hen in geometrie en gedrag. De agents of boïds zijn cirkelvormig (geen voor- of achterkant) en hebben geen doel. Er zijn maar een paar regels die de beweging van een agent bepaalt: volg een zichtbare andere agent, indien een andere agent te dicht bij is kies je een richting die de afstand groter maakt. Dit levert verrassende groepsdynamica op. De mate van aantrekking, afstoting en het visuele bereik zijn slechts de 3 parameters die deze dynamica bepalen. Mensen vertonen dit gedrag in zekere zin ook, al hebben zij natuurlijk globaal een doel: “slenteren naar de uitgang of rennen naar perron 3”. Het model simuleert een situatie waarin de wens om ergens naar toe te gaan nihil is. Het lijkt het meest op een groot gezellig plein op een zomeravond, een ruimte in een groot museumgebouw of een lege sporthal.

Het model houdt bij hoeveel agents op een bepaalde plek zijn geweest. Dit levert een heatmap op. De rode velden in de heatmap geven de drukbezochte delen aan. Doet me overigens denken aan de ‘doelloze’ routes van verveelde leeuwen in een dierentuin. Het midden van de ruimte wordt minder vaak gepasseerd. Hieronder staan een reeks filmpjes van het model.

Nulmeting (filmpje)

Een leeg vierkante ruimte waarin een grote groep agents zich als een zwerm bewegen. De instelling van de 3 parameters zijn zo ingesteld dat er groepsvorming en een -beweging ontstaan. De afmetingen zijn verschaald naar een voor een mens passende ruimte zoals in van der Leck – experiment 2 is aangegeven: de ruimte is 20 x20 meter. De blokken zijn ongeveer 1,8×1,8 meter.

aantal: 100

diameter agent: ca. 80cm

afstand waarin afstoting: ca. 120cm

afstand waarin aantrekking: ca. 360cm

visueel zicht: ca. 360cm

Deze instellingen blijven onveranderd.

 

simulatie Van der Leck 1 (filmpje)

De ruimte is opgevuld met de 4 blokken in de hoeken van de lege ruimte. Dus nog niet helemaal zoals op het schilderij van Van der Leck.

De omtrekkende beweging zien we opnieuw, maar wordt enizins verstoord. 

 

simulatie Van der Leck 2 (filmpje)

De ruimte wordt verder opgevuld met 2 rechtopstaande balken. Voor driehoeken schiet de resolutie helaas nog te kort.

 

simulatie Van der Leck 3 (filmpje)

Naast de vertikale balken zijn 2 horizontale balken toegevoegd. Iets korter.

simulatie Van der Leck 4 (filmpje)

De balken staan in lijn met de blokken.

 

Momentopnames (na 1:30min) van de verschillende ruimtelijke invullingen.

De nulmeting laat zien dat de agents een sliert vormen en een soort circulaire of trapezoïde route vormen (draairichting rechtsom). Deze route is vrij stabiel. De hoeken en met name het middengebied worden nauwelijks gepasseerd. De ronddraaiende beweging zien we ook in de andere situaties. De draairichting is toeval maar is in elke aangegeven situatie rechtsom (zie de luwtegebieden achter de blokken )

De blokken in de hoeken (zie … 1) hebben een verstorend effect, hoewel niet voor elk blok evenveel. De blokken rechtsboven en rechtsonder werken als “splitser” de andere 2 als “duwer”. Deze werking is een poosje stabiel.

De rechtopstaande balken (zie …2) hebben weinig tot geen zichtbaar effect. Het middengebied lijkt iets groter is, maar kan een toevalligheid zijn. Behalve het blok linksonder fungeren de anderen (op 1:30min) als “splitser”.

De horizontale balken (zie …3) vormen met de vertikale balken een aparte ruimte. Wellicht is de afscheiding in deze setup net wat te expliciet. Het middengebied is donker en vrij strak omlijnd. De route van de agents is nu vrij symmetrisch.

De balken (zie …4) zijn in lijn van de blokken geplaatst. Hun lengte is niet veranderd. De circulaire route bundelt zich geconcentreerder in de ruimte tussen balk en buitengrens.

Hoewel de simulatie niet helemaal conform het schilderij van Van der Leck is opgezet, is er toch een subtiel verschil te vinden tussen de situatie 3 en 4. Het veranderen van de lengte van de balken zou misschien het verschil nog kleiner kunnen maken.